Een rondreis Gambia is misschien niet een voor de hand liggende keuze, maar toch heeft het land veel te bieden. Gambia is namelijk de ideale reisbestemming voor wanneer je de westelijke helft van Afrika wilt bezoeken. Een andere benaming voor Gambia is ‘The smiling coast‘. Deze benaming vindt zijn oorsprong in het gegeven dat Gambia prachtige zonovergoten stranden heeft. Vooral tijdens de wintermaanden is Gambia een aanrader, want de temperaturen zijn dan aangenaam zodat je van alles kunt ondernemen. Verder zijn er prachtige nationale parken te vinden met vele soorten exotische vogels. Omdat er zat te beleven is in Gambia, zul je je niet snel vervelen!
Rondreizen door Gambia staan vaak in het teken van mooie stranden, prachtige natuur en oude steden. Het Abuko Nature park is het meest bekende natuurpark van Gambia. Eekhoorns, gekko’s, pythons, vleermuizen, krokodillen, apen en reptielen zijn veel geziene dieren in dit park. Gambia is een land voor de natuurliefhebber, maar ook wanneer je van lekker zonnen houdt op het strand zit je hier goed! Sangyang Beach is een echte aanrader. Er zijn nog véél meer mooie stranden te vinden en daarom leent Gambia zicht zeer goed voor een strandvakantie.
Het klimaat van Gambia kent een droge en een natte periode. Juli augustus en september zijn het natst. Het droge seizoen loopt van half oktober tot half juni. Het is van maart tot en met mei het warmst. Dan zijn er gemiddeld tien zonuren per dag en kan de temperatuur oplopen tot zo’n 40 graden.
Engels is de officiële taal in Gambia en ook op de scholen leren de Gambianen Engels waardoor vrijwel iedereen de taal spreekt. Door de verscheidenheid van volkeren wordt er naast het Engels in Gambia nog 30 andere talen gesproken. Elke stam heeft zijn eigen taal en cultuur.
Sinds 1972 wordt er in Gambia betaald met de Dalasi. Hiervoor rekende men af in Britse Ponden. Een Gambiaanse Dalasi is 100 Butut waard en de munt kent eenheden van 1 5 10 25 en 50 Butut. Daarnaast kent men ook papiergeld met de waarde van 5 10 25 50 100 en 200 Dalasi.
Hoewel Banjul met zijn bijna 35.000 inwoners niet de grootste stad van Gambia is| is het wel de hoofdstad. Banjul ligt in het Westen van Gambia| bij de Atlantische Oceaan. De stad ligt op een eiland aan de zuidkant van de monding van de rivier de Gambia.
Gambia kent net als vele andere Afrikaanse landen een slavernijverleden. Met name op James Island werd er veel gehandeld in slaven. Tegenwoordig is dit eiland opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is een bijzondere plaats die je eigenlijk niet mag missen. Wanneer je de keuze laat vallen op een groepsrondreis of individuele rondreis wordt alles voor jou geregeld. Het enige wat je nog hoeft te doen is genieten!
In de rivierdelta’s komen Mangrovebossen voor en die kunnen tot ver landinwaarts komen. De baobab of apenbroodboom komt in de droge streken voor en is de meest karakteristieke boom van Afrika. Deze bijzondere boom wordt ongeveer 20 meter hoog en is in staat om meer dan 1000 jaar oud te worden. Bijna alles van deze boom wordt door de inwoners van Gambia gebruikt; de vruchten, de schors, de bladeren en natuurlijk het hout.
Gambia heet officieel de Republiek Gambia. Het is een land in Afrika dat grenst aan Senegal, maar ook aan de Atlantische Oceaan. Het land is eigenlijk een vrij smalle strook die langs de Gambia-rivier ligt. Het land is ongeveer 250 kilometer lang en maar enige tientallen kilometers breed.
Geschiedenis
De geschiedenis van Gambia begint in de 15e eeuw. Toen stichtten de Portugezen een handelspost in de Gambia-rivier op een eiland. Er is weinig bekend over de tijd die daaraan vooraf gaat. Een onbekend volk liet rond het jaar 700 stenen in de vorm van een cirkel achter. Deze cirkels zijn nabij Wassu te vinden, aan de noordkant van de rivier. En bijzondere wetenswaardigheid is dat alle andere gevonden steencirkels alleen maar op de noordoever van de rivier Gambia liggen. Er vormden zich volkeren en stammen die rond 1100 werden veroverd door het koninkrijk Ghana. Dat lag was toen op de plaats van het huidige Mali en Mauritanië. Berberstammen vielen hierna Gambia binnen en met hen kwam de islam. De keizer van Mali viel aan het begin van de 14e eeuw het land binnen en weer werd Gambia veroverd. Daarmee ontstonden er weer nieuwe stammen, de Songhai genaamd. Intussen kwamen de Europeanen aan in Afrika. De Berbers trokken zich vanuit het gebied van de Gambia-rivier terug naar Mali. Zo bleef er steeds verandering optreden. Op 18 februari 1965 werd Gambia uiteindelijk onafhankelijk. Dit was nog onder de vlag van het Britse Gemenebest en de Britse koningin was staatshoofd. De eerste premier van Gambia was Dawda Kairaba Jawara.
Landschap
Gambia ligt aan de Atlantische Oceaan op de uiterste westpunt van Afrika. Het land is het kleinste land op het Afrikaanse vaste land en heeft een oppervlakte van 11.300 km². Gambia is van oost naar west ongeveer 320 kilometer en van noord naar zuid varieert de breedte van 20 tot 50 kilometer. Aan drie kanten wordt het land ingesloten door Senegal. Het landschap is over het algemeen enigszins glooiend met wat heuveltjes. Het hoogste punt ligt op ongeveer 40 meter en dat betekent dat Gambia daarmee nog platter is dan Nederland. Door het land loopt de Gambia-rivier, die goed bevaarbaar is en het hele jaar door water voert. Langs de kust van het land liggen veel mooie zandstranden. De delta van de Gambia-rivier is redelijk moerassig en heeft een mangrovebegroeiing. Gambia heeft in het noorden een parklandsavannelandschap. Dit kenmerkt zich door grote struiken, lange grassen en wat bomen. Ten zuiden van de rivier start de bossavanne. Dit is vooral grasland met groepen bomen.
Klimaat
Gambia heeft een subtropisch klimaat. Dit klimaat heeft een droog seizoen en een nat seizoen. Het droge seizoen is ongeveer tussen half oktober en half juni. Regelmatig komt het voor dat er in deze periode dan geen druppel regen valt. Van maart tot en met mei zijn de maanden met de meeste zon; gemiddeld 10 uur zon per dag. De noordoostelijke wind die harmattan genoemd wordt, waait in die maanden vanuit de Sahara. Die wind kan ook wel eens zand brengen in plaats van regen. Aan het einde van de droge tijd kan de temperatuur wel oplopen tot tegen de 40 graden Celsius. Er ontstaan regelmatig windhozen door de warmte. Die windhozen worden Tonkolong genoemd. In de droge periode kan de luchtvochtigheid dalen tot slechts 25%. De maanden juli, augustus en september zijn de natste in Gambia en de helft van alle regen valt in de maand augustus. Meestal valt de regen in buien, vooral ’s nachts en ’s morgens. In de natte periode regent het toch lang niet altijd. Het regent dan gemiddeld op zo’n twaalf dagen per maand. In augustus wordt de hoogste luchtvochtigheid gemeten, tot wel 95%. De watertemperatuur van de Atlantische Oceaan ligt tussen de 20 en 27 graden Celsius.
Landschap
Gambia heeft een grote verscheidenheid aan plantengroei. Er is echter veel ontbossing. In 1980 had het land nog zo’n 50.000 hectare aan bos, maar acht jaar later nog maar 10.000 hectare. Er zijn de afgelopen tien jaar gelukkig wel een aantal herbebossingsprojecten gestart. In Gambia komen verschillende soorten palmen voor, vooral de kokospalm. De katoen- of kapokboom is opvallend omdat die meer dan 50 meter hoog kan worden. De kapok die voortkomt uit de zaden, wordt gebruikt als vulling voor kussens en matrassen. De kolaboom is de basis voor de grondstof voor cola, daar komt ook de naam vandaan. Door het vele kappen van de mahonieboom, komt deze soort nog maar weinig in Gambia voor. In de wat vochtigere gebieden vind je mooie bamboebossen.
Andere Flora
In het nattere zuiden groeien mangobomen, cashewbomen, en citrusbomen. Ook groeien er lelies, wilde orchideeën, kerststerren, oleanders, hibiscus en bougainvillea. Malaria is de vaakst voorkomende ziekte in het land en de sap van de kinineplant beschermt hier tegen. Verder is er nog het olifantsgras. Dit is een erg hoge grassoort en het wordt door de boeren als onkruid beschouwd.
Fauna
Tot nu toe werden er in Gambia ongeveer 450 verschillende soorten vogels geteld. Toch worden er nog steeds nieuwe soorten ontdekt. Sommige vogelsoorten komen alleen in Gambia voor en er zijn in het land dan ook vooral prachtige vogelsafari’s. Grote zoogdieren komen helaas niet meer in het wild voor in Gambia. Leeuwen, buffels, giraffen en grote antilopen vind je bijna alleen nog maar in natuurparken. Nijlpaarden en krokodillen komen diep landinwaarts nog wel in de Gambia-rivier voor. Overal komen verschillende kleine apensoorten voor, zoals de fluweelaap en de huzaaraap. Chimpansees leven alleen nog in het Baboon Island National park.
Economie
De economie van Gambia is een van de zwakste in de wereld. De Gambiaanse economie is vooral een agrarische. Pinda’s en pindaproducten als pindaolie en veevoer vormen nog steeds de belangrijkste exportproducten. Dit noemen we ook wel een monocultuur. Het betekent dat Gambia erg afhankelijk is van de prijzen van pinda’s op de wereldmarkt. Daardoor is de economie nogal wankel. Er wordt met steun van voornamelijk Britse ontwikkelingsgelden geprobeerd om de productiemethoden te verbeteren. Ook is het de bedoeling dat de verbouw van andere gewassen wordt gestimuleerd.
Talen, stammen en religie
De officiële taal in Gambia is het Engels en dit wordt op de scholen dan ook onderwezen. De bevolking van Gambia bestaat uit ongeveer vijftien verschillende stammen die circa 30 verschillende talen spreken. Gambia is een vooral islamitisch land, want rond de 90% van de bevolking is islamiet. Zo’n 10% van de bevolking hangt de rooms-katholieke of de anglicaanse kerk aan.
Hulp nodig bij het kiezen van een geschikte reisorganisatie of bij het boeken van losse vliegtickets? Meer weten over met de auto rondrijden op de gewenste bestemming of over de lokale pareltjes? Of ben je gewoon benieuwd in welke maanden je het beste een rondreis kan boeken?
Een moment geduld. We zoeken het geschikte aanbod rondreizen voor je…